Hoofdluis

Er zijn maar weinig mensen die bij het woord “luizen” niet spontaan jeuk krijgen en aan het krabben slaan. Het kan iedereen overkomen, hoofdluis! Het maakt niet uit hoe oud je bent of hoe vaak je je haren wast. Toch lijkt de een gevoeliger voor hoofdluis dan de ander. Omdat hoofdluis zich snel kan verspreiden is er op de SAS een speciale werkgroep van ouders die iedere woensdag na een schoolvakantie een hoofdluiscontrole uitvoert. Hierbij wordt er gekeken of er luizen of neten (de eitjes van de hoofdluis) aanwezig zijn. Het is een ‘screening’. De controle gebeurt in de klas en neemt maar een paar minuutjes in beslag. Staarten en vlechten worden uitgedaan zodat de favoriete plekjes van de luis (voorkant, kruin, nek en achter de oren) gecontroleerd kunnen worden. Op de dagen dat een hoofdluiscontrole gepland staat is het handig om geen ingewikkelde vlechtwerken of dikke lagen gel in te doen. 

De hoofdluiswerkgroep gaat discreet om met de privacy van de kinderen. Wanneer er hoofdluis wordt gevonden wordt de leerkracht van het kind geïnformeerd. Deze neemt contact op met de desbetreffende ouder(s). Alle ouders van de klas krijgen bericht dat er hoofdluis is geconstateerd in de klas van hun kind. Daarbij wordt het verzoek gedaan om hun eigen kind goed te controleren de komende twee weken. Na twee weken vindt er een hercontrole plaats waarbij de hele klas opnieuw wordt gecontroleerd. Zo kan er gekeken worden of het kind met hoofdluis ondertussen luis- en netenvrij is en of er geen verspreiding heeft plaats gevonden. 

Het kan natuurlijk ook gebeuren dat u zelf hoofdluis ontdekt bij uw eigen kind. Wij vragen u vriendelijk om dit bij de leerkracht te melden. De hoofdluiswerkgroep zal dan de gehele klas van uw kind controleren en na twee weken een hercontrole doen. Wanneer een kind met hoofdluis broertjes of zusjes heeft op de SAS, wordt deze klas ook gecontroleerd. In het kader van de privacy wordt aan de kinderen en ouders niet vermeld om welk kind het gaat. Uw kind mag gewoon naar school wanneer u de hoofdluis aan het behandelen bent. Een kind is niet ziek en kan gewoon de lessen volgen. Informeer ook de trainer van de sportclub indien uw kind daar onlangs is geweest. Of de ouders van vriendjes waar uw kind heeft gespeeld. Zo kan iedereen het in de gaten houden. 

De kinderen op de SAS zijn niet anders gewend dan dat de hoofdluisouders op de woensdag na een schoolvakantie de klas binnen komen voor de controle. Het hoort er gewoon bij. Vaak vinden ze het wel gezellig of genieten ze even van het gekriebel met het stokje in hun haren. Uiteraard worden staartjes na de controle weer opnieuw ingedaan. Voor sommige kleuters, vooral degene die nieuw zijn, kan het even wennen zijn. Hier is alle begrip voor. Vaak lukt het met een beetje uitleg of de hulp van de leerkracht als nog. Wanneer een kind de controle echt weigert wordt aan ouders gevraagd om thuis te controleren op hoofdluis.

Coördinatoren hoofdluiswerkgroep SAS
De SAS heeft vele leerlingen en daarom bestaat de hoofdluiswerkgroep uit vele moeders en vaders. Nieuwe ouders zijn altijd welkom en kunnen zich aanmelden bij de coördinatoren. Ook wanneer u hulp of advies nodig heeft bij de aanpak van hoofdluis bij uw kind kunt u contact opnemen.
Paulien Vos-Ruiter 0651255107

Judith Waltman 0652336082

Daniëlle Feld 0650565616

Wat is hoofdluis nu eigenlijk en hoe moet het behandeld worden?

Het is moeilijk om een luis te vinden, aangezien ze erg snel lopen. Het zijn vaak de neten (eitjes) die verraden dat er hoofdluis aanwezig is. Een hoofdluis is een grijsbruine parasiet van een paar millimeter groot. Zodra de hoofdluis 7 dagen oud is, is het zelf in staat om neten te gaan leggen. De neten worden dicht tegen de hoofdhuid aan een haar geplakt. De neet zit heel stevig vast en is moeilijk los te krijgen. Wanneer een neet verder dan 1,5 cm van de hoofdhuid af zit, is het een lege huls. De luis die er in zat is dan al uitgekomen. Een volwassen luis legt dagelijks veel neten. Daarom is het belangrijk om de behandeling direct te beginnen.  

Informatie en advies over de behandeling van hoofdluis kan gevonden worden op de site van het RIVM: www.rivm.nl/hoofdluis . Samengevat ziet het advies er als volgt uit:

KAMMEN, KAMMEN en KAMMEN!

Twee weken lang, iedere dag!

Kam éénmaal daags met een speciale luizenkam (Nisska of ASSY) het haar van uw kind vanaf de hoofdhuid naar het einde toe. Doe dit plukje voor plukje. Om het kammen makkelijker te maken is het handig om een crèmespoeling in het haar te doen (niet uitspoelen!). Leg een keukenrol klaar en veeg na elke kambeweging de luizenkam af aan het papier. Zo kunt u direct zien of u neten (donkere bolletjes) of luizen eruit heeft gekamd. Neem de tijd hiervoor en zorg dat u geen plukken haar overslaat. Herhaal dit kammen iedere dag, gedurende twee weken. Zo kamt u alle luizen en neten uit het haar van uw kind.
Tip! Controleer ook regelmatig alle andere gezinsleden zodat een verspreiding binnen het gezin snel wordt opgemerkt.

Het gebruik van een antihoofdluismiddel is niet nodig. De kans bestaat dat luizen op den duur resistent worden tegen deze middelen. Ook is het niet nodig om een medicamenteuze behandeling te geven terwijl goed kammen net zo goed werkt. Vergeet niet te kammen wanneer u wel kiest voor het gebruik van een antihoofdluismiddel. Met alleen zo’n shampoo krijgt u niet alle luizen en neten weg. Oude neten blijven soms lang aan de haren plakken. Die kunnen verwijderd worden met een mengsel van water en azijn (2/3 om 1/3). Laat dit even intrekken en spoel dan uit. De lijmlaag waarmee de neet vast zit laat dan los. 

Feiten en fabels over hoofdluis

• Luizen lopen over van het ene hoofd naar het andere. Ze kunnen niet ‘overspringen’

• Luizen gaan niet ‘aan de wandel’ via kragen en jassen. Ze blijven op een hoofdhuid en lopen alleen over via de haren naar een andere ‘gastheer’ (het gebruik van luizenzakken heeft daarom geen nut om verspreiding tegen te gaan)

• Het wassen van kleding, beddengoed en gordijnen (zoals vroeger werd gedaan) is niet nodig. Concentreer je op het kammen van de haren!

• Een kind met hoofdluis mag gewoon naar school. Ook zwemmen is geen probleem. Zwemmen wordt alleen afgeraden wanneer je net een antihoofdluismiddel hebt gebruikt (lees de bijsluiter goed!)

Ondersteuning GGD Hollands Noorden
Vanaf de geboorte bezoeken de meeste kinderen de jeugdgezondheidszorg (0-18 jaar) voor hun periodieke controles en vaccinaties. De doktersassistenten van de GGD geven ook advies aan scholen over het hoofdluisbeleid en zij ondersteunen de hoofdluiswerkgroepen. Wanneer het niet lukt om de hoofdluis weg te krijgen, ondanks alle pogingen en wellicht ondersteuning van de hoofdluiswerkgroep, is het mogelijk om extra hulp in te roepen bij de GGD. De doktersassistente of jeugdverpleegkundige van de GGD neemt dan contact met u op en kan u helpen bij het zoeken naar een oplossing. De GGD is te bereiken via: 088 0100550 (www.ggdhollandsnoorden.nl/hoofdluis)